SAS. SAS is de afkorting van Serial Attached SCSI. SAS logo SAS is de opvolger van Ultra SCSI 320, die aan de grens van het haalbare is gekomen. SAS is in drie snelheden gepland, namelijk SAS met 3Gbit/s, SAS 2 met 6Gbit/s en SAS 3 met 12Gbit per seconde. SAS en SAS 2 zijn inmiddels operationel. De eerste stap, die van 3 Gb/s komt overeen met 384 MB/s en is maar net iets sneller als de Ultar SCSI 320. SAS reeks In tegenstelling tot de parallelle voorganger zijn in de SAS devices de terminators standaard ingebouwd. Alle SAS HD's hebben twee seriële aansluitingen, waarmee theoretisch 600 MB/s door de bekabeling kunnen gaan. De bekabeling is de zelfde als die van de SATA-drives. SAS aansluiting Het is ook mogelijk om twee systemen een SAS loopwerk te laten gebruiken. SAS voorziet in drie stekkertypen: SFF 8482 aansluiting voor de interne verbindingen zo als SATA die gebruikt. SSF 8484 aansluiting voor interene vier kanaal verbinding. SSF 8470 aansluiting voor externe bekabeling, zo als ook bij Infiniband wordt gebruikt. Om meerdere SAS loopwerken met elkaar te verbinden worden switches gebruikt. deze switches worden volgens de SAS standaard, Fanout en Edge -Expanders genoemd. Middels deze constructie kunnen 16384 loopwerken aan elkaar worden gekoppeld. SAS maakt gebruik van 3 verschillende protocollen. SSP-SAS SCSI Protocol, de seriële variatie van het parallel SCSI protocol. STP-SATA Tunnling Protocol, hetgeen mogelijk maakt om SATA loopwerken via de Expanders te laten werken. SMP-SAS Management Protocol, voor het managen van de Expander. SAS maakt ook gebruik van het NCQ-protocol, dat op zijn beurt voor een hoger rendement zorgt. Voordeel van het SAS systeem is dat het zeer gemakkelijk uit te breiden is en een hoge maak van betrouwbaarheid heeft. SAS vormt de ideale basis voor een SAN. Samenvattend: SAS staat voor Serial Attached SCSI. SAS is in drie snelheden gepland, 3, 6 en 12 Gbit per seconde. SAS 2 is operationeel (6 Gbit per seconde). Alle SAS HD's hebben twee seriële aansluitingen. De bekabeling is de zelfde als die van de SATA-drives. SFF 8482 aansluiting voor de interne verbindingen zo als SATA die gebruikt. SSF 8484 aansluiting voor interene vier kanaal verbinding. SSF 8470 aansluiting voor externe bekabeling, zo als ook bij Infiniband wordt gebruikt SAS maakt gebruik van 3 verschillende protocollen. SSP-SAS SCSI Protocol, de seriële variatie van het parallel SCSI protocol STP-SATA Tunnling Protocol, hetgeen mogelijk maakt om SATA loopwerken via de Expanders te laten werken SMP-SAS Management Protocol, voor het managen van de Expander Middels Fanout en Edge-Expanders kunnen 16384 loopwerken aan elkaar worden gekoppeld. Op een SAS interface kunnen SATA-drives werken. SAS drives werken niet op een SATA aansluiting. SAS vormt de ideale basis voor een SAN

SAS is de afkorting van Serial Attached SCSI. SAS logo SAS is de opvolger van Ultra SCSI 320, die aan de grens van het haalbare is gekomen. SAS is in drie snelheden gepland, namelijk SAS met 3Gbit/s, SAS 2 met 6Gbit/s en SAS 3 met 12Gbit per seconde. SAS en SAS 2 zijn inmiddels operationel. De eerste stap, die van 3 Gb/s komt overeen met 384 MB/s en is maar net iets sneller als de Ultar SCSI 320. SAS reeks In tegenstelling tot de parallelle voorganger zijn in de SAS devices de terminators standaard ingebouwd. Alle SAS HD's hebben twee seriële aansluitingen, waarmee theoretisch 600 MB/s door de bekabeling kunnen gaan. De bekabeling is de zelfde als die van de SATA-drives. SAS aansluiting Het is ook mogelijk om twee systemen een SAS loopwerk te laten gebruiken. SAS voorziet in drie stekkertypen: SFF 8482 aansluiting voor de interne verbindingen zo als SATA die gebruikt. SSF 8484 aansluiting voor interene vier kanaal verbinding. SSF 8470 aansluiting voor externe bekabeling, zo als ook bij Infiniband wordt gebruikt. Om meerdere SAS loopwerken met elkaar te verbinden worden switches gebruikt. deze switches worden volgens de SAS standaard, Fanout en Edge -Expanders genoemd. Middels deze constructie kunnen 16384 loopwerken aan elkaar worden gekoppeld. SAS maakt gebruik van 3 verschillende protocollen. SSP-SAS SCSI Protocol, de seriële variatie van het parallel SCSI protocol. STP-SATA Tunnling Protocol, hetgeen mogelijk maakt om SATA loopwerken via de Expanders te laten werken. SMP-SAS Management Protocol, voor het managen van de Expander. SAS maakt ook gebruik van het NCQ-protocol, dat op zijn beurt voor een hoger rendement zorgt. Voordeel van het SAS systeem is dat het zeer gemakkelijk uit te breiden is en een hoge maak van betrouwbaarheid heeft. SAS vormt de ideale basis voor een SAN. Samenvattend: SAS staat voor Serial Attached SCSI. SAS is in drie snelheden gepland, 3, 6 en 12 Gbit per seconde. SAS 2 is operationeel (6 Gbit per seconde). Alle SAS HD's hebben twee seriële aansluitingen. De bekabeling is de zelfde als die van de SATA-drives. SFF 8482 aansluiting voor de interne verbindingen zo als SATA die gebruikt. SSF 8484 aansluiting voor interene vier kanaal verbinding. SSF 8470 aansluiting voor externe bekabeling, zo als ook bij Infiniband wordt gebruikt SAS maakt gebruik van 3 verschillende protocollen. SSP-SAS SCSI Protocol, de seriële variatie van het parallel SCSI protocol STP-SATA Tunnling Protocol, hetgeen mogelijk maakt om SATA loopwerken via de Expanders te laten werken SMP-SAS Management Protocol, voor het managen van de Expander Middels Fanout en Edge-Expanders kunnen 16384 loopwerken aan elkaar worden gekoppeld. Op een SAS interface kunnen SATA-drives werken. SAS drives werken niet op een SATA aansluiting. SAS vormt de ideale basis voor een SAN