Diskette

Diskette Benaming van een datadrager. Bekend in 8”, 5 ¼”, 3 ½” uitvoeringen. De eerste diskdrives die diskettes gebruikten waren door IBM uitgevonden. De eerste diskettes waren 8” diskettes met een dichtheid van 24 TPI en in SS-SD (Singel Sided-Singel Density) konden deze floppy’s 128 KB aan informatie bevatten. Sommige van de eerste microcomputers, zoals Cromemco en Tandy TRS-80 Model II werkten nog met deze reuze diskettes. De opslagcapaciteit van deze diskettes was echter al hoger, namelijk 256 en 512 KB. Alhoewel op dat moment de 5 ¼” al bestond werd er voor gekozen om IBM compatibel, wel te verstaan met de MINI’S van IBM te zijn. Dit uitstapje heeft echter niet lang geduurd. Alle andere microcomputers inclusief de Tandy TRS-80 Model I werkten al lang met de 5 ¼”diskdrives. De eerste floppy’s waren enkelzijdig met 35 tracks en een opslagcapaciteit van 80 KB. In het begin was het mogelijk om 4 diskettestations aan de microcomputer aan te sluiten. De laatste uitvoeringen van de 5 ¼”hadden echter al een capaciteit van 1.2 Mb. De meeste fabrikanten kozen voor de softsectored diskettes in tegenstelling tot Commodore, die voor zijn Commodore 64 Hardsectord diskettes verkoos. De 3 ½” diskettes, uitgevonden en in de markt gezet door Sony, hebben een opslagcapaciteit van 720KB tot 2,88 Mb.