Met een Faxapparaat kunnen teksten en grafische voorstellingen via de telefoonlijn worden verzonden en ontvangen. Het verzendende toestel scant het document (ontleed het in puntjes) en verzend de informatie middels geluidssignalen naar het ontvangende toestel. Het ontvangende apparaat gemoduleerd de toontjes naar puntjes en plaatst deze op papier. Het te volgen protocol is vastgelegd in de G standaard, waarin ook de snelheid bps is vastgelegd. De huidige Faxen werken met Ge standaard Groep 3 (G3). Middels software kan men de PC, mits uitgerust met een modem ook als Faxmachine gebruiken. Om wilkeurige afbeeldingen en teksten die niet in de PC opgeslagen zijn te kunnen Faxen, moet de PC ook aan een scanner zijn aangesloten. Het enige nadeel is dat de PC continu aan moet staan om Faxen te kunnen ontvangen.